Glasschilderkunst

De gebrandschilderde ramen uit de kerken van veel Europese steden spreken de meeste mensen aan en dat terwijl de techniek van het brandschilderen al uit de negende eeuw dateert. De prachtige kleuren van het glas, de afbeeldingen maar vooral de sfeer die de ruimte daarbij vult. Door het samenvallen van al dat gekleurde licht ontstaat er een bijna mystieke sfeer. Het is de glasschilder die bepaald of er niet te veel of te weinig licht binnen komt. Naast het weergeven van afbeeldingen of vormen is de functie van het brandschilderen om het aangeboden licht te doseren, te temperen. Men schilderde dus ‘met licht’. Toen in de Middeleeuwen de bijbelverhalen in de kerken op ramen werden gebrandschilderd waren dit beeldverhalen. Veel mensen konden niet lezen en schrijven en zo konden ze de bijbel ‘lezen’. In veel kerken uit die tijd zijn de ramen zwaar beschilderd zodat de ruimte binnen intiemer werd, de hoge ramen voorkwamen afleiding van buitenaf.

Techniek van het brandschilderen

Als ik gevraagd wordt een afbeelding te brandschilderen dan begin ik eerst een goede tekening te maken waarop ik straks mijn glas kan leggen wat geschilderd moet worden. Allereerst breng ik ‘contour’ aan, dat zijn de harde lijnen en daarna volgt de ‘grisaille’ om licht- en donker effecten te verkrijgen. Zo wordt laag op laag ingebrand soms voor verschillende verven op een andere temperatuur. Er bestaan technieken om meerdere lagen in één keer te branden maar dat kun je lang niet overal gebruiken. Vroeger gebruikte   men hooguit twee dekkende kleuren; zwart en bruin, tegenwoordig heeft men keuze uit zeer veel kleuren. De techniek is echter nog precies zo als eeuwen geleden. Het brandschilderen wordt niet meer in de traditionele kerkelijke kunst gebruikt. Uiteraard wel voor restauratie van oude glasramen. Er zijn veel glaskunstenaars die moderne ramen maken voor stilte centra maar ook voor grote glaswanden van bijvoorbeeld een trein- of metrostation of een vliegveld.

Glasverf

Glasverf is meestal gemaakt van glaspoeder, metaaloxide en een bindmiddel. Tijdens het inbranden smelt het bovenstste laagje van het glas en zo versmelt de verf met het glas. Het is heel belangrijk dat de verf op de juiste temperatuur wordt ingebrand want anders kan op termijn de verf vervagen of zelfs oplossen. De temperatuur kan variëren tussen de 580˚C – 640˚C. De glasverf poeder wordt vermengd met water, spiritus, azijn of olie, al naar gelang men een bepaald resultaat wil hebben en natuurlijk de persoonlijke voorkeur. Aan het begin van de 14e eeuw werd het ’zilvergeel’ uitgevonden. Dit is een glasverf die niet zoals de contour- en emaille verf óp het glas inbrandt maar ín het glas, dus niet voelbaar aan de oppervlakte. Goed gebruik van deze glasverf geeft een prachtige goudgele kleur.

Het is noodzakelijk om bij het brandschilderen goede beschermende kleding en mondkapjes te gebruiken omdat de verven vaak lood- of cadmium houdend zijn. Bovendien is het wettelijk verplicht.

Toepassing glasverf

Ook kun je gebrandschilderd glas gebruiken voor glasapplique (verlijmen van glas) of bij het fusen (versmelten van glas), zeefdruk of airbrush. Voor de fuse techniek worden ook vloeibare verven gebruikt die men op de plaats van bestemming kan mengen, de zogenaamde ‘nat-in-nat’ techniek. Iedere gewenste kleur is zo te verkrijgen door meer of minder water toe te voegen zoals men dit ook doet met olie- of acrylverf. Deze verven zijn speciaal ontwikkelt voor het fusen op een hoge temperatuur en branden dan ook geheel in het glas zodat de oppervlakte een mooie glans krijgt.

Als glaskunstenaar biedt deze geschilderde fuse-techniek je de mogelijkheid om het toe te passen in een glas-in-loodraam, of in isolatieglas zoals tegenwoordig vaak gedaan wordt.

Kortom, je kunt veel energie en inspiratie kwijt met het experimenteren met de vele mogelijkheden van glas!