De droom van het buiten wonen met de gemakken van de stad. Dat werd in de vorige eeuw een nieuwe welvaartsvorm. Het landleven werd als ideaal gezien. De stad ontvluchten om meer balans te vinden in arbeid en vrije tijd.

Jan Modaal kreeg steeds meer welvaart en bij het gezonde leven hoorde ook een gezonde woonomgeving. Het antwoord hierop was de stedenbouwkundige ontwikkeling van tuindorpen en (particuliere) wijken met bijzonder vormgegeven vrijstaande of dubbele woonhuizen. Deze wijken werden ontwikkeld op gewilde locaties aan de groene rand van de stad of in een landelijke of bosrijke omgeving.

In vrijwel alle historische steden wordt deze vorm van stedenbouwkundige ontwikkeling nog steeds gekoesterd. Wonen in een jaren dertig wijk is ook vandaag nog, populairder dan ooit.

De harmonie

De kracht van de jaren dertig woonhuizen is de harmonie. In deze stijlperiode vond men de ideale mix tussen het stedenbouwkundige programma, de samenhang en positionering van de woonhuizen in de wijk. Dankzij de bouwstijl werden de prachtige details gecombineerd met een hoog kwaliteitsniveau van bouw en afwerking.

Men had respect voor de dure materialen en stak daar veel arbeidstijd in om deze met respect te bewerken. Mede hierdoor was het voor een ambachtsman geheel vanzelfsprekend dat er een bepaald profiel als afwerking aangebracht moest worden.

Aandacht voor details

De zo bekende jaren dertig bouwstijl wordt gezien als een ‘neo-traditionele’ stijl. Het nieuwe bouwen, met gebruik van oude bouwtradities en de vertrouwde materialen zoals hout en baksteen. Ook was er ruimte voor innovatie. Nieuwe, eigentijdse materialen werden op kleine schaal geïntroduceerd. Denk bijvoorbeeld aan de ranke staal profielen en geprefabriceerde betonelementen in de vorm van balkondragers. Deze nieuwe materialen waren op een industriële wijze gemaakt. Maar men zocht continu naar de optimale verhouding tussen degelijkheid, kwaliteit en standaardisatie. De charme is dat standaardisering wel werd toegepast maar niet de boventoon voerde.

Authentieke details

In de verkoop brochures van jaren dertig woningen staat vaak: “woning is voorzien van authentieke details!” Natuurlijk is het ondoenlijk om alle kenmerkende elementen van deze bouwstijl een voor een te benoemen. Maar als men denkt aan deze details dan komt de kamer en suitedeur in het lijstje voor, of de glas in lood ramen bij trapopgangen. Of de fraaie vloerafwerkingen van traditioneel parket in de salons tot aan de terrazzovloeren in de hal.

Invloed van de doorzon gedachte.

Helaas zijn deze kenmerkende details uit de jaren dertig langzamerhand aan het verdwijnen. De doorzon gedachte in de jaren ’60 heeft daar een sterke invloed op gehad. Na de oorlog brak deze gedachte volledig met de bouwtradities van het Hollands Bouwen.

In veel woonkamers werden de kamer en suitedeuren met boekenkasten volledig gesloopt. En wanden en plafonds strak witgeschilderd. Traditionele paneeldeuren kregen een strakke beplating en alle profileringen aan betimmeringen werden ingewisseld voor strak lijstwerk. Want het dagelijks onderhoud moest passen in de trend van reinheid.

En het zonlicht moest de woning binnen kunnen dringen zoals een – onder architectuur ontworpen – jaren ’60 villa. Jammer genoeg hebben ook veel glas-in-lood ramen deze dans niet kunnen ontspringen. En eindigden ze een voor een bij het grofvuil.

Nu is het ondenkbaar dat we een pand met zoveel kwaliteit volledig strippen en ontdoen van de kenmerkende charme. Gelukkig is het tij aan het keren! We zien steeds meer de waarde ervan in. Het besef wordt met de dag groter.

Door opnieuw respect en bewondering te hebben voor deze bouwstijl en de kwaliteit van het ambacht, keren deze authentieke elementen weer terug. Waarschijnlijk wordt deze ontwikkeling ook gestimuleerd door de hogere economische marktopbrengst bij eventuele verkoop. Want wonen in de jaren dertig stijl is (terecht) populairder dan ooit!